We beginnen ons bezoek aan de Spey-side, de whiskystreek in het Noord-Oosten van Schotland, nog redelijk cultureel met
een bezoek aan Elgin. Vanaf de camping aan de kust bij Lossiemouth, waar we
vanwege onze aankomst de dag ervoor na zes uur voor de slagboom hebben
overnacht, vertrekken we vroeg naar de boulevard van dit kustplaatsje met zijn
brede zandstrand. Achteraf bezien hadden we ook op het parkeerterrein bij de boulevard kunnen overnachten, want
de gebruikelijke bordjes ‘No overnight camping’ ontbreken hier. Evenals
trouwens een goede internetverbinding via ons mobieltje, maar dit terzijde. Hiervandaan is het niet ver naar de wat
grotere plaats Elgin. Bezienswaardig daar is de – nu tot ruïne vervallen –
kathedraal. We wandelen er dwars door het stadje naar toe en bekijken de nog overeind staande voorgevel vn wat eens een machtige kerk moet zijn geweest.
Na dit culturele intermezzo is ons oog deze twee dagen
vooral op whisky gericht.
We bezoeken maar liefst vier distilleerderijen en de
kuiperij in Craigellachie. Natuurlijk vertellen alle rondleidingen in principe
hetzelfde verhaal van de mout, het water en de gist en hoe het
distillatieproces verloopt. Toch zijn ook alle verhalen weer een beetje
verschillend. De ene moutpap blijft langer staan dan de andere, het ene
gistproces duurt langer dan het andere en in de stookketels zitten ook
verschillen. Tel daarbij op de rijping in of oude Bourbonvaten, dan wel oude
sherryvaten en iedere distilleerderij
komt weer met een anders smakende whisky op de proppen. Al nippend en proevend –
want dat is in iedere rondleiding inbegrepen – ondervinden we zelf de smaakverschillen
in de maltwhisky’s van Glen Grant, Cardhu, Cragganmore en Glenlivet. Zo worden
we langzamerhand kenners!
Hoezeer de vaten er toen doen, komen we te weten in de
kuiperij in Craigellachie. Hier worden niet alleen nieuwe vaten gemaakt, maar
ook de in duigen aangevoerde vaten van Amerikaanse Bourbon weer omgevormd tot
Schotse whiskyvaten. Gebruikte whiskyvaten komen hier retour en worden door
ervaren kuipers geïnspecteerd en gerepareerd, zodat ze nogmaals kunnen worden
gebruikt. Alles bij elkaar een
fascinerend gezicht van bijzonder vakmanschap. We horen dat een ervaren kuiper
per dag 25 vaten onder handen kan nemen. De mannen krijgen per vat betaald en
werken dan ook in een constant tempo door.
Tussen alle whisky door wippen we ook even binnen in de
winkel van de koekjesfabriek van Walkers in Aberlour. Hier geen rondleiding
maar je kunt wel het hele assortiment Scottish shortbread in al zijn variëteiten
kopen. De verleiding van tenminste enige soorten kunnen we niet weerstaan.
We rijden de whiskytrail uiteindelijk af tot in Tormintoul,
een bergdorp aan de rand van de Cairngorms. Hier blijven we op het plaatselijke
parkeerterrein overnachten en eten er heerlijk in restaurant Clockhouse.
Na alle whisky is het morgen weer tijd voor de natuur in het
prachtige National Park Cairngorms.
We hebben deze twee dagen 102 kilometer gereden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten